‘Binnenklimaat’ is een behoorlijk breed begrip. Het klimaat in een ruimte wordt beïnvloed door een zestal factoren, te weten: de temperatuur, luchtsnelheid, luchtkwaliteit, luchtvochtigheid, licht en uitzicht. Eventueel kan geluid hier ook nog aan worden toegevoegd. De beoordeling van deze factoren samen maakt het binnenklimaat.
Wanneer heeft een kantoorpand een goed binnenklimaat?
We spreken van een goed binnenklimaat wanneer de bovengenoemde factoren allemaal als zeer goed (niveau A), goed (niveau B) of acceptabel (niveau C) worden ervaren door de medewerkers. In welke klasse uw binnenklimaat valt, is afhankelijk van het percentage ontevreden personen. Dit percentage mag per bepalende factor verschillen van 10% tot 20% ontevreden werknemers.
De Arbowet verplicht de werkgever te streven naar zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden voor de werknemer. Dit geld dus ook voor het binnenklimaat. Voor elke soort omgeving gelden andere normen; zo kun je de norm voor een kantoor niet ook gebruiken in een laboratorium.
Wat zijn de risico’s van een slecht binnenklimaat?
Het belangrijkste risico is minder productiviteit van werknemers en verhoging van ziekteverzuim. Veel gehoorde klachten op kantoor zijn: te koud, te warm, tocht, muffe lucht, hoofdpijn, droge of branderige ogen, droge keel, hinderlijk geluid, huidklachten en suffigheid. Indien deze klachten gebouw-gerelateerd zijn, verdwijnen ze vaak na het verlaten van het gebouw.
Welke maatregelen moet je treffen om een goed binnenklimaat te creëren?
Ten behoeve van temperatuur en tocht
Zorg voor een thermisch behaaglijk klimaat. Een thermisch behaaglijke klimaat is een omgeving waarbij de mens bij zijn betreffende activiteit geen voorkeur heeft voor een warmere of een koudere omgeving.
Tocht zijn koude of frisse windstromen welke veroorzaakt worden door tegenover elkaar open staande ramen/deuren. Tocht wordt als onprettig ervaren.
TIP: Zorg dat de temperatuur van het kantoor tussen de 20 en 25 graden blijft.
Ten behoeven van de kwaliteit van Lucht
Zorg voor schone en veilige binnenlucht. Verschillende bronnen kunnen de kwaliteit van lucht nadelig beïnvloeden: fijnstof, pollen, CO2, bacteriën, virussen, schimmels, etc. Ventilatie is een manier om de lucht te verversen maar zal niet zorgen voor voldoende luchtzuivering. Een luchtreiniger doet dit wel, hierbij wordt de lucht aangezogen en door een aantal filters ontdaan van vervuiling en weer schoon uitgeblazen.
TIP: Beheers de luchtvervuiling door het plaatsen van een luchtreiniger.
Ten behoeven van verlichting
Onvoldoende hoeveelheid licht, maar ook een verkeerde opstelling van het beeldscherm ten opzichte van de lichtinval geeft grotere kans op vermoeidheid en comfortklachten. Zorg voor kwaliteit van licht door er niet teveel en niet te weinig licht is. Niet alleen de hoeveelheid licht is van belang om het werk goed te kunnen uitvoeren maar ook onder anderen de kleurtemperatuur, kleurweergave-index, het contrast, verblinding, spiegeling, verhouding van kunstlicht en natuurlijk licht. Een bepaalde hoeveelheid daglicht is van essentieel belang voor het functioneren van de mens.
Ten behoeven van Geluid
Er wordt onderscheid gemaakt tussen schadelijk geluid (boven de 80 dB(A)) en hinderlijk geluid (35 – 80 dB(A)). Afhankelijk van de blootstellingduur kan schadelijk geluid lawaaidoofheid veroorzaken. Om dit risico te verkleinen geeft de Arbowet hiervoor duidelijke grenswaarden. In de kantooromgeving komt in principe alleen hinderlijk geluid voor. Wat ‘hinderlijk geluid’ precies is, is afhankelijk van de omgeving, aard van het geluid en aard van de werkzaamheden. Bij het aanpakken van geluid kan er gekeken worden naar geluidsisolatie van bijvoorbeeld ramen en (binnen)muren.
Welke normen gelden er voor kantoorgebouwen?
NEN 8087 : Bepaling van de noodzakelijke ventilatievoorzieningen van bestaande bouw.
NEN 1087 : Bepaling van de noodzakelijke ventilatievoorzieningen van nieuwbouw.
Welke stappen kun je vervolgens nemen?
Onderzoek de huidige stand van zaken (risico-inventarisatie) in het gebouw en inventariseer het aantal klachten van de medewerkers bijvoorbeeld aan de hand van een enquête. Hiervoor kunnen diverse instrumenten worden gebruikt zoals:
– het houden van enquêtes onder de medewerkers;
– het uitvoeren van een risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) en/of
– het uitvoeren van metingen.
Bepaal welke verbeteringen noodzakelijk zijn en stel vast welke doelen gehaald moeten worden en welke doelen wenselijk zijn (Plan van aanpak)
Voer het Plan van Aanpak binnen een gesteld termijn uit.
Evalueer periodiek of de doelen nog gehaald worden en zo ja, of de doelen bijgesteld moeten worden.
Door middel van het uitvoeren van deze stappen zal het binnenklimaat positief beïnvloed worden.